Volgende maand dan eindelijk de kroning van Charles III. Was wat gedoe over de optie van Camilla om de Koh-i-Noor te dragen. Ik kende dit object alleen van naam en wist vaag iets met een Nederlandse link, dus heb onlangs wat meer gelezen over de achtergrond van deze controversiële diamant.

In 1849 veroverde de Britse Oost-Indische Compagnie het Sikh rijk. De Britten zetten de laatste Sikh-keizer Dalip Singh, gevangen. Ze namen de eigendommen van de Sikh als compensatie voor de oorlog. Een van de items van de oorlogsvergoedingen was een heldere, witte steen: de Koh-I-Noor. In het Verdrag van Lahore, een vredesverdrag dat het einde van de oorlog in 1846 markeerde, omvatten ze het lot van de Koh-I-Noor. Vanaf nu zou de steen van de Britse veroveraars zijn. In Engeland gaf de Oost-Indische Compagnie de diamant als geschenk van de oorlogsuitbarstingen aan koningin Victoria in 1850.

Echter, de verouderde vorm die zo typerend voor het Mughal-tijdperk was, kon helemaal geen indruk op de mensen maken. Hij was lang niet zo glanzend als de andere geslepen diamanten uit die tijd. Prins Albert stelde voor om de diamant te herslijpen. Dit gebeurde uiteindelijk door het Amsterdamse Coster Diamonds. Wat een lef moet je hebben om daar de eerste tools op los te laten!

Martin stuurde twee van zijn meesterslijpers naar Londen: de heer Levi Benjamin Voorzanger en de heer Joseph Abraham Fedder. In Londen installeerden Voorzanger en Fedder een stoommachine die vergelijkbaar was met die in Amsterdam. Op 16 juli 1852 begonnen ze hun koninklijke taak. Na bijna twee maanden, eindigden ze op 7 september 1852. Ze herslepen de diamant van 186.00 karaat naar het huidige gewicht van 108.93 karaat. Vanaf dat moment schitterde de Koh-I-Noor meer dan ooit.

Fascinerend. Zie ook The True Story of the Koh-i-Noor Diamond—and Why the British Won’t Give It Back A star of London’s Crown Jewels, the Indian gem has a bloody history of colonial conquest.