De Watersnoodramp van 1953, vandaag precies 70 jaar geleden. Niet echt te missen, kranten en tv pakken ermee uit. Zo ook de indrukwekkende reeks Het water komt, de afgelopen weken van de NTR. Van de mevrouw die vertelt als jong meisje met de hele familie met een bootje langs het huis van opa en oma te varen, die op het dak stonden.
Het zwaaien was het laatste wat ze van hen zagen, ze waren in de nacht verdronken en naar zee gespoeld. Of de vrouw die vertelde dat haar moeder bij de kerk geen kleding voor de kinderen kreeg omdat ze van het verkeerde geloof waren. Erg indrukwekkend altijd, ooggetuigenverhalen van zoiets onvoorstelbaars.
Wel een beetje sneu dat er dan weer mensen afhaken (en dat via Twitter luid verkondigen) omdat bij de laatste aflevering naar de toekomst gekeken werd. Iets met klimaathysterie, waar we vooral geen lering uit moeten trekken. Zie ook het artikel 70 jaar na de Watersnoodramp is onze strijd tegen het water niet voorbij – integendeel
, te lezen bij De Correspondent.
Er is een kans dat onze kinderen afscheid moeten nemen van steden als Den Haag en Delft, Rotterdam en Amsterdam, Leiden en Haarlem. Eeuwen aan erfgoed, cultuur en geschiedenis zullen dan verloren gaan. Dat zeg ik niet, dat zeggen de wetenschappelijke nazaten van ingenieur Johan van Veen. Wie het werk bestudeert van deze experts hoeft niet lang te zoeken naar één dr. Cassandra. Er is nu een leger aan Cassandra’s.
Moet ook altijd even denken aan het risico op de verdere doorbraak en onderstroming van centraal Holland. Gelukkig is dat net goed gegaan anders had Nederland er in die naoorlogse jaren heel anders voor gestaan. Uit de Canon van Nederland:
Toen de dijk bij Nieuwerkerk aan de IJssel in 1953 net was doorgebroken, voer schipper Arie Evegroen zijn schip 'De Twee Gebroeders' in het kolkende gat en redde daarmee de Zuid-Hollandse polders en vele mensenlevens. Achter die Schielandse Hoge Zeedijk liggen namelijk de diepste polders van Nederland. De hele dichtbevolkte streek van Rotterdam, Den Haag, Leiden en Gouda (waar toen 3 miljoen mensen woonden) had meters onder water kunnen komen te staan.
Wel mooi om te zien hoe veel (buur)landen acties op touw zetten om ons bij te staan. Uit De ramp en de gulle gevers van Andere Tijden:
Buitenlandse goederen brachten zo hun eigen problemen met zich mee. Ploegbaas Wim van der Have van Pakhuismeesteren: 'We kregen telefoontjes over de Franse zendingen – hou er toch mee op, want al die BH'tjes daar hebben we niks aan, onze vrouwen zijn veel groter dan die Françaises.' Ook de vele kistjes met wijn, port en cognac uit zuid-Europese landen zorgden voor problemen.De meeste gemeenten in het rampgebied kregen enkele van die kistjes, maar wat moesten ze ermee? Het was te weinig om te kunnen verdelen onder de hele bevolking. Zo waren er ook de verhalen over de dure bontjassen die vooral terecht kwamen bij burgemeestersvrouwen. En het blijft raden wat er is gebeurd met de honderdvijfenveertig kilo Israëlische olijven, een delicatesse die in het Nederland van 1953 nog grotendeels onbekend was.
En het was natuurlijk nog niet zo heel lang na de tweede wereldoorlog..
[..] Op regeringsniveau werd besloten dat Duitse mankracht welkom was, maar alleen in tamelijk strak geregelde eenheden die door de Duitse overheid werden ingehuurd. Het was een duidelijke tegenstelling met bijvoorbeeld de groep Italiaanse brandweerlieden die enkele dagen na de ramp op eigen houtje per trein op station Roosendaal arriveerde en met groot enthousiasme werd ingehaald.
Toch zijn volgens onderzoek Nederlanders niet bezorgd over overstromingsgevaar, hoewel het risico reëel is en toeneemt. Oa door klimaatverandering. Dus goed die aandacht voor deze watersnoodramp, en onze kwetsbaarheid is iets om in het achterhoofd te houden bij de waterschapsverkiezingen in maart. En alle verkiezingen daarna..